Monday, August 12, 2013

We rijden 1 op 3

Van Kikwit, Democratische Republiek Congo naar Kikwit, Democratische Republiek Congo
Om 6 uur gaat wederom de wekker, snel staan we op, ontbijten we en vertrekken we. We geinen al vandaag gaan we naar Tchikapa toe.

De eerste 95 km zijn asfalt. Kilometerpaal 622 begint het volgens Frank en wij tellen af. Moeilijk voor te stellen dat zometeen het asfalt gaat ophouden maar het schijnt echt zo te zijn. Om 9 uur staan we bij kilometer 622.

Geen overgang naar een slechtere weg dus. Een abdrupt einde van het asfalt gevolgd door diepe sporen.

Sander kiest rechts en daar gaan we. Ongeveer 10 meter verder houdt het spoor op, oversteek nummer 1 dus.

Sander staat muurvast. Ik duw samen met wat jochies de motor vooruit terwijl Sander gas geeft. Het duurt even maar we krijgen de motor eruit.

Het middenpad moet je hebben zegt een man en daar lopen inderdaad motorbanden sporen. Van een klein brommertje dat wel maar goed wij dus maar het middenpad op. Het zand brokkelt onder onze voeten vandaan. We moeten doorrijden want we rijden de hele wal stuk. Al snel houdt ook dit pad op. Weer oversteken dus.Weer vaststaan.

Dan maar weer de bosjes in en daar een pad volgen.

Ik val daar voor het eerst van vandaag maar wat zullen er nog veel volgen! Het grote probleem is ook dat je nergens je motor kan neerzetten. Je zit constant in een geul waar je je standaard niet uitgeklapt krijgt of op een wal en dan zakt je standaard gewoon in de grond weg (ondanks onze verbreede poot blijft de motor niet staan) of het is simpelweg te scheef.

We worden constant gevolgt door een 30 tal kinderen en volwassenen. Ze hebben een lol en willen constant helpen. Uiteraard tegen betaling. De kinderen werken behoorlijk op onze zenuwen en dus gaat ons humeur snel omlaag. Na een kleine kilometer houden we het voor gezien. We zijn nu een uur bezig.Hebben meer aan de motor lopen trekken en duwen dan rijden. We zijn al moe. We gaan terug en proberen een ander pad, via Gungu. Dat zag er beter uit.

De motor keren op een stukje van 1 meter met ervoor en erachter een diepe geul is ook nog het nodige duw en trek werk. Maar na een tijdje lukt het en is de motor gekeerd. Terug nemen we een ander pad. Veel loopwerk maar dan vinden we een redelijk pad. Ondertussen hebben we ook enige ervaring opgedaan met het graven van een oprit om de motor door te kunnen steken door de diepe geulen.

Maar de vermoeidheid slaat wel toe. Op de terugweg gaat Sander onderuit, ga ik onderuit. Rijdt Sander zich klem, ga ik nog eens onderuit. Het duurt dus alsnog een uur voor we eruit zijn. We kunnen echter rustig aan doen want verkeer zal er vanuit de asfalt richting niet komen. Daar staat namelijk een vrachtwagen met een bagger erop en die heeft zich bij het afrijden van het asfalt al muurvast gereden. Het ding gaat niet meer vooruit of achteruit. Als dat de chinezen zijn die hier aan de weg moeten werken dan snappen we wel waarom dat niet opschiet!

Terug het dorp in dus en de weg naar Gungu in. Wat een verademing! Het is breed, het is redelijk vlak en de meeste grond is hard of ondiep zachtzand. We zoeven met 40 kilometer per uur het eerste dorp voorbij. Maar goed de weg kan niet zo blijven natuurlijk. Anders zou iedereen via Gungu gaan. Ergens na het eerste dorp begint de lol. Er komen weer sporen, er komt meer zacht zand. We rijden door en het gaat best een tijd goed. Dan gaat Sander onderuit. Ik loop een meter of 100 achter dus ik zeg wacht maar even met optillen ik kom eraan.

Met voetjes erbij rijd ik richting Sander. Dat gaat goed, tot de laatste 10 meter. Boem daar lig ik ook. Ben er schatje!
We zetten mijn motor overeind, we zetten die van Sander overeind en daar gaan we weer. Het is ondertussen 12:30 we zoeken een plekje om te lunchen en meteen maar om om te keren. We zijn 3 uur bezig, hebben intotaal nu 25 kilometer afgelegd. Tot Tchikapa is het nog 200. We kunnen het wel maar gewoon simpelweg niet in 2 dagen. We moeten uiterlijk de 24e in Lubumbashi zijn willen we op tijd in Botswana zijn. Dat halen we gewoon niet.

In je hoofd zit ondertussen ook, alles wat ik rijd moet ik ook weer terug. We zijn moe en zien het nut niet in van doorrijden. Onze motoren zijn te zwaar, mijn rijvaardigheid te gering en de tijdsdruk te groot.

We nemen een lange lunchpauze om weer wat energie op te doen. Daarna is het 20 km terug naar het asfalt en dan nog 95 km terug naar Kikwit. Eitje denken we. Niet dus. Sander rijd de berg op en in dezelfde bocht als op de heenweg gaat hij onderuit. Motor overeind en door. Honderd meter verder gaat hij weer onderuit. En weer 100 meter verder gaan we beide onderuit.

Het zal de vermoeidheid zijn. Totaal score is iets van 1 op 3, 3 kilometer rijden 1 valpartij. Ik heb uiteindelijk, uiteraard, de meeste valpartijen om mijn naam staan maar Sander komt aardig bij me in de buurt. Als je zijn vastlopers erbij optelt staan we misschien gelijk. Ik ben 0 keer vastgelopen maar dat komt omdat Sander het pad dan al geffend heeft en bovendien mag hij de schuine hellingen met mijn motor ook nog eens doen.

Onderweg heb ik wel nog een pauze nodig. De terugweg valt ons trouwens tegen. Zo slecht was het op de heenweg toch niet? We staan ergens aan de kant even uit te rusten als er een vrachtwagen aankomt. Het gaat eigenlijk nergens over. De vrachtwagen komt met ruim 80 kilometer per uur de bocht door zeilen, het is zacht zand, hij raast ons voorbij en laat ons achter in een mist van zand. Als de vrachtwagen iets tegenkomt kan hij never nooit niet remmen. Nog een mazzel dat wij net een pauze hebben want wij zaten in hetzelfde spoor als de vrachtauto. Totale waanzin om zo te rijden natuurlijk. En dan zitten er gewoon nog mannen vrolijk bovenop die vrachtauto ook!

Terug op het asfalt is het gas erop en terug naar Kikwit. Weer langs dezelfde politiechecks. De mannen kunnen er wel om lachen. Zei ik toch dat het zwaar was. Terug in Kikwit eerst maar even tanken. En wederom lijken we weer een lokale kermisattractie.

De man van de total houdt alle mensen achter het hek, zou hij dat niet doen dan hebben we binnen een mum van tijd een hele verzameling Afrikaantjes rondom (bijna in) de motor staan. Overal waar wij stoppen ziet het meteen zwart. Sander trekt dit niet zo goed.

We proberen een ander hotel in Kikwit te zoeken maar dat vinden we niet. Dan maar terug naar hetzelfde hotel als gisteren. We zetten de spullen in de kamer en dan ga ik eerst maar even internet tegoed kopen voor mijn mobiel. Blijkbaar werkt internet hier niet want ik krijg het verkeerde opwaardeerkaartje. Een kaartje om te bellen. Ik zeg dat is niet goed maar de man zegt jawel, rukt de telefoon uit mijn handen en toetst de code in. Daarna heb ik weer 1000 tegoed om te bellen. De man houdt vol dat ik ermee kan internetten maar dat gaat uiteraard niet. Dan maar Sander zijn ouders SMSsen. Nu we namelijk 1000 km extra over asfalt gereden hebben zijn onze banden er erg slecht aan toe. Onze nieuwe bandjes van Libreville zijn gewoon niet al te best. Ze rijden prima maar ze verdwijnen als sneeuw voor de Afrikaanse zon. We willen weer onze heidies hebben, die gaan tenmisnte 17.000 km mee (we hebben met deze nu ongeveer 3000 kilometer gereden en ze zijn al aardig op).

We trakteren onszelf op een biertje bij hetzelfde tentje als gisteren, en eten daarna ook bij hetzelfde tentje als gisteren. De brochettes smaakten namelijk prima. Daarna is het terug naar het hotel en slapen. We zijn doodmoe maar toch kriebelt het al. Hebben we te snel opgegeven? Als we door het spoor hadden gereden, waren we dan wel ergens gekomen? Zullen we morgen niet toch nog eens proberen?

0 reacties:

Post a Comment

 
Design by Wordpress Theme | Bloggerized by Free Blogger Templates | free samples without surveys