Friday, April 26, 2013

Goodbye Gambia, bonjour Senegal!

Van Bansang, Gambia naar Velingara, Senegal
We worden wakker in onze kamer, vannacht heb ik niet heel best geslapen. Het blijft bloedheet en er is geen zuchtje wind.

We gaan buiten ontbijten en maken een goede deal met de Nederlandse meiden en hun bezoek. Wij maken koffie voor hun en wij krijgen wat hagelslag voor op ons broodje. Het Nederlandse bezoek is gisteren aangekomen en heeft hagelslag meegenomen. Nou dat is een welkome afwisseling hoor!

Na het ontbijt is het tijd om in te pakken en verder te gaan. Eerste halte is het tankstation. Gelukkig zijn ze vannacht bevoorraad en is er nu benzine. Met een volle tank kunnen we weer verder. De weg is OK, soms asfalt soms wat gravel. Tien kilometer voor de Senegalese grens komen we door nog een dorpje. Op 100 dalasis na die we voor de grens nodig hebben maken we al ons geld op aan benzine en water. Nu maar hopen dat de grens echt maar 100 dalasis kost.

In het stadje ligt amper een weg. Gravel, grote gaten en het is weer eens een grote drukte met vrachtwagens en brommertjes. We zijn blij als we het dorp uit zijn, maar dan zien we een bord dat de weg is afgesloten na 150 meter. Toch maar even kijken want dit is de enige weg naar de grens. Wat blijkt de weg is inderdaad dicht maar er is een omleiding. Uiteraard ligt er geen asfalt maar het gravel is goed aangereden dus geen probleem. Tot het gravel opeens zand wordt en een jeep mij tegemoet rijd. Ik ga naar rechts en naar rechts en naar rechts en dan lig ik weer eens op de grond. Jammer hoor zoveel dagen zonder vallen en dan gaat het in het zand toch weer mis. Sander zet me samen met een lokale man die ook gestopt is weer overeind en dan kan ik weer verder. Gelukkig deze keer zonder schade aan de motor. Ik zelf stond zoals tot nu toe iedere keer gewoon naast de motor terwijl de motor op de grond ligt.

We rijden op het grotendeels gravel pad door tot we bij de grens komen. Daar komen we aan bij een unicum er is niemand! Geen mensen die willen helpen, geen mensen die willen wisselen heerlijk rustig. We parkeren de motor en gaan het gebouw in. We geven onze paspoort en dat wordt weer overgeschreven in het grote boek. Daarna mogen we naar de kamer erachter. Daar geven we onze carnets af en die wordt zonder fronsen aangenomen en afgestempeld. Naar het laissez-passer die we ook hebben vraagt niemand en wij zeggen ook niets. Zonder ook maar enige dalasi te betalen staan we weer buiten. Super alleen nu hebben we 103 dalasi over, nou ja als we andere reizigers tegenkomen die naar het noorden reizen kunnen we ze wisselen tegen wat CFA of iets anders. Het is ook maar 2,50 euro of zoiets niet echt iets om wakker van te liggen dus.

Nu we Gambia uit zijn mogen we doorrijden Senegal in. Maar hier is dat niet 10 meter verder, we rijden bijna een kilometer op gravel en gaan al bijna twijfelen of er nog iets komt en dan zien we eindelijk weer 2 huisjes. Ook hier geen andere mensen die je iets willen aansmeren.

We gaan voor de tactiek dat we geen Frans spreken. We stappen af en zeggen dus hello how are you? We gebruiken wel oui en merci maar daar heb je het dan ook mee gehad. Wel sneu voor de man van de douane hij was zo vriendelijk en zat maar te stamelen dat we hem niet begrepen.... Maar het heeft wel gewerkt, of hij was echt zo vriendelijk maar in ieder geval heeft hij onze Carnet afgestempeld en deze keer zonder mooi bonnetje van 2500 CFA per motor te ontvangen. En dat terwijl het bonnenboekje wel op zijn bureau lag... Op naar de laatste stop de Senegalese politie. Die heeft een yamaha super teneree binnen staan. We bekijken dus maar heel geinteresseerd zijn motor en zeggen mooi hoor, mooi hoor op zijn engels wat hij ook een beetje kan. De politieman stempeld de paspoorten en dan mogen we gaan. Onze eerste kostenloze grensovergang is een feit!

We stappen weer op en rijden de omleidingsroute uit, maar asfalt dat zien we die dag niet meer. Tot aan Velingara is het gravel en Velingara zelf.... Tja deze stad is een grote zandbak! Hoe mensen hier kunnen rijden is mij een volslagen raadsel. Gevallen ben ik niet meer maar harder dan 10 km per uur ben ik ook niet meer gegaan. We kruipen door de hoofdstraat. Links en rechts passeren brommertjes die hier rijden alsof het asfalt is en niet 1 grote zandbak. We stoppen als we denken de N6 te kruisen. We hebben goede hoop op asfalt maar helaas ook de N6 is een grote zandbak. We vragen de weg naar een camping en vinden uiteindelijk een soort van campement. We zijn waarschijnlijk de eerste tent ooit die hier gestaan heeft want de jongen van de camping vind het maar wat interessant.

We zetten, samen met de jongen van de camping, onze tent op en vissen wat mango's uit de boom. Helaas zijn de winkels dicht dus brood kopen gaat niet. Dus lunchen we maar met een mango en nog het halve stokbrood wat we hadden. Daarna ga ik het dorp verkennen terwijl Sander probeert de hitte te verdragen op de camping. Na mijn wandeling doen we een spelletje en dan is het zo weer diner tijd.

We keren terug naar het centrum voor ons diner. We spreken een man en die zegt dat kip 1500 CFA is en we kunnen kiezen met brood of couscous. Prima 2 keer kip met couscous dan. Hij komt nog de couscous laten zien en vraagt weet je zeker het is geen Marokaanse couscous. Ja prima geen probleem doe maar 2 porties. De man zelf gaat ook eten en vertrekt voordat wij klaar zijn. En dan komt de rekening. Je dacht toch niet dat die 3000 CFA was? Nee het is 1500 voor kip, 250 voor geen idee wat en dan nog 600 voor couscous. We maken duidelijk kenbaar het daar niet mee eens te zijn maar ja de rekening werd pas verteld nadat ik 5000 CFA had gegeven dus we hebben gewoon pech gehad. We krijgen 300 CFA terug en een beetje boos verlaten we de tent. Welcome back to franstalig Senegal! Terug op de camping verdrinken we ons verdriet maar met een biertje, die is wel, net als in Gambia, heerlijk koud en dorstlessent.

1 reacties:

Rocker said...

HAha gewoon de domme uithangen en het levert geld op

Post a Comment

 
Design by Wordpress Theme | Bloggerized by Free Blogger Templates | free samples without surveys