Sunday, July 28, 2013

Unicum, Sander begint met zandhappen!

Van Dolisie, Republique Congo naar Mindouli, Republique Congo
Wat hebben we vandaag geleerd? Ten eerste als je vraagt aan iemand hoe is de weg naar, vraag dan ook hoe is de weg er vandaan? Ten tweede als je vraagt wanneer begint het asfalt vraag dan ook hoe lang gaat het asfalt door? Verder werd dit een memorabele dag een dag waarin ik lang de hoop had dat voor het eerst enkel Sander van de motor valt. Helaas haal ik hem aan het eind van de dag met 2 valpartijen in. Vandaag hebben we gereden de route national 1 van Republique Congo (niet te verwarren met DRC).

Poging 2 om Dolisie te verlaten. Wederom pakken we de tent in en verlaten Centre Sala Ngolo. We hebben besloten nog even te wachten met de luchtfilters extra te beschermen tegen stof met panties. Vandaag gaan we toch enkel asfalt rijden. De banden zijn ook weer op normale spanning. We gaan naar Kinkala dat is gewoon de hoofdweg van Congo volgen die gaat van Point Noire naar Brazzaville. We rijden Dolisie uit en komen weer langs het oude bord Brazzaville rechts af. Duidelijk een wat ouder bord en als je naar rechts kijkt zie je een gravel weg. Die weg gaan we dus niet nemen, we weten al dat een stuk vederop op de rotonde weer een afslag naar Brazzaville komt een nieuwere.

We rijden naar de rotonde en slaan daar rechts af. Een stuk verderop zijn mannen aan de weg aan het werken. Ze zijn de middenstreep aan het wegbikken. Ze zitten plat op hun billen met een hamertje te tikken, 10 meter verderop zit de volgende en dat gaat een meter of 200 zo door. Zie je precies wat je doel van de dag is want iedereen werkt naar zijn voorganger toe.

Dan opeens is het asfalt op. We stuiteren omlaag het gravel op. Ehh mensen? Waar is het asfalt? Dit is de hoofdroute die de 3 grootste wegen van Congo met elkaar verbind! Nou ja gravel dan maar, een beetje hard aangereden gravel rijdt eigenlijk net zo fijn als asfalt. Na 50 km, die soms erg stoffig en ook een beetje zanderig zijn, zien we opeens een afslag opdoemen! Naar links en rechts gaat asfalt, rechtdoor gaat gravel. Garmin zegt dat we rechtdoor moeten. Dat kan toch niet goed zijn, als hier asfalt ligt zullen we toch wel links of rechts moeten? Toevallig komt er net een auto aan. De man vertelt ons dat rechts doodloopt en links naar Sibiti gaat. Rechtdoor is de weg, en de enige weg, naar Brazzaville.

Wij duiken maar weer het gravel pad in en rijden door. De weg wordt nu ook smaller. Ze kunnen toch niet menen dat dit de weg naar Brazzaville is? De weg wordt nu ook zanderiger..

De kleur van de weg verandert steeds, je hebt gele stukken, zuurstokroze stukken, tennisbaan rode stukken en grijze stukken. De chinezen zijn hier ook flink bezig. Ze zijn een nieuwe weg aan het aanleggen. Die is nu verhard gravel. Vaak mogen we over dit gravel rijden inplaats van de echt onwijs zandigere oude weg. Op sommige stukken doet echter niemand de poort open en dan rest ons niets anders dan samen met onze andere weggebruikers het zand in te duiken. Als er iemand voor je rijdt of je tegemoet komt zie je zowat niets.

We lunchen ergens langs de weg. Tenminste we doen een poging. We stoppen, parkeren de motoren, doen ons protectievest uit, zetten de koffers neer, smeren een broodje en dan komen de bijen. Vooral Sander wordt bestookt. Hij loopt op en neer over de weg maar de bijen blijven hem volgen. We eten dus maar snel ons broodje op en besluiten de tweede op een andere plek op te eten. We pakken weer in en verlaten het bijennest.

De nieuwe weg gaat om Madingbou heen. Uiteraard staat nergens een bord van hier moet je dan afslaan. We zien wat hutjes staan maar veel meer dan dat niet. We hebben nu 109 km afgelegd, het is 13:30 en tot Kinkala is het nog 170 km volgens de kaart. Op de kaart staat ook dat een stuk voor Kinkala (iets van 70 km) de weg van partially improved naar volledig rood (main route) gaat en met een dikke zwarte streep aan de zijkant (asfalt dus). We besluiten door te rijden.

We gaan verder over route national 1 van Congo. We zien zand, veel zand, we zien fez-fez als je daar doorheen rijdt voelt het aan als water wat over je schoenen stroomt. Als je erin gaat staan zak je erin weg en dat voelt weer aan als in een dikke berg zachte modder te gaan staan. Raar spul hoor dat fez-fez.

Dan opeens hoor ik voor me, he motor waar gaan we heen? Daar wil ik niet heen en boem. Sander is onderuit gegaan!

Ik parkeer mijn motor op een nog hard stukje grond en loop erheen. We zetten zijn motor weer overeind, ondertussen zwalken 3 brommertjes ons voorbij, die komen hier toch ook niet soepel doorheen! Sander stapt weer op en ik loop terug naar mijn motor. Ojee Marianne gaat ook proberen hier te rijden, dit gaat wat worden. Maar tegen alle verwachtingen in krijg ik mijn motor boven! Met nog niet eens al te veel rare capriolen! Ik leer het misschien toch nog wel eens.

We rijden weer door. Van de chinezen ondertussen weinig spoor meer dus het gaat steeds langzamer. Er komt steeds vaker zand en steeds meer zand. Daarbij heb je soms stukken dat ziet eruit als zand maar het is een harde bulten parcours. Dat rijdt misschien nog wel lastiger. Sander rijdt ergens door een dorpje langs de huizen af in plaats van over de 'weg'. Hij zegt nog hier ligt geen zand maar ja ik kom de heuvel niet op dus ik blijf maar op de 'weg'. Kan Sander eindelijk eens een fimpje schieten terwijl ik door het zand ploeg. Maar ook hier komen we zonder valpartijen uit.

We komen ergens door een soort dorp of stadje, in het centrum ligt ook enkel zacht zand en Sander stopt maar eens. Meneer vraagt hij, waar begint het asfalt? Oh niet ver meer zegt meneer. Na het centrum. En ja hoor na het centrum ligt er inderdaad asfalt. Jammer dat meneer alleen niet zegt dat het maar een kilometer of wat duurt, daarna zit je gewoon weer lekker in het zand.

Lang heb ik dus de goede hoop dat het de eerste dag wordt van onze reis waarin enkel Sander onderuit gaat. Het wordt echter later en later en we komen maar nergens. De vermoeidheid zal toegeslagen zijn. We rijden ergens een berg op, het is niet eens heel zacht de grond maar er zitten wat venijnige harde stukken in die je motor een kant op dwingen. Ik raak iets, of doe iets en boem daar lig ik onderuit. Helaas deze keer niet al te zachtzinnig, ik reed niet hard maar met 30 km per uur schijnt het er toch niet heel fraai uitgezien te hebben. Toevallig is dit ook een auto parkeerplek en er zijn wat locals. Drie sprinten op me af. Gaat het goed? Jahoor meneer prima ik ben niet hard geland hoor. Maar nu u hier toch bent, kunt u helpen mijn motor overeind te zetten? Ondertussen is Sander ook al aan het terug lopen en die rijdt mijn motor even de berg op terwijl ik iedereen nog maar eens geruststel, niets aan de hand geen zeer gedaan gewoon eventjes omgevallen. Doe ik vaker mensen!

We gaan verder, soms is het net spoorzoeken, hier staat een bord mag je niet in, daar staat een pijl. De chinezen zijn bezig maar ze hebben pas enkel borden gezet, het ene berg pad ziet er niet beter uit als het andere. We gaan soms akelig stijl omlaag en omhoog, we kiezen ook regelmatig maar gewoon een pad, het lijkt allemaal op hetzelfde uit te komen dus dan maakt het niet uit.

We komen weer op een wat makkelijker stuk en kunnen weer even doortrekken naar de 5de versnelling. En dan komt het gemene, opeens zonder waarschuwing wordt het weer een stuiterpad. Snel gaan staan en goed kijken waar je heen moet. Gas dicht en vaart laten minderen. Echter het terugschakelen red ik niet meer dus ik weet al waar ik langszaam heen hobbel, de grond op. Als de motor afslaat is het over, gaan zitten en voetjes op de vloer zetten probeer ik wel maar voor de verandering is er geen grond onder mijn voeten ik val gewoon een tweede keer om.

Sander zet me weer overeind en daar gaan we weer. We moeten echt stoppen het is ondertussen bijna 18 uur, zometeen wordt het donker en zo gaan we Kinkala nooit halen. In de verte zie ik een blauw complex, duidelijk een complex van de chinezen die aan de weg werken. We stoppen bij het complex en vragen de guard, mogen we hier slapen? Hij roept zijn baas erbij, een chinees. Ook deze chinees spreekt geen Frans en geen Engels. Echt handig communiceren jongens? Ik gebaar wij tent en slapen hier? Maar hij zegt Mindouli, de guard zegt dat is maar 2 km verderop.

Het worden de 2 langste kilometers die we ooit afgelegd hebben. Twee kilometers met enkel zand. We komen aan in Mindouli en vragen de weg naar het hotel. Uiteraard vragen ze hier forse prijzen voor een kamer. We krijgen een mooie kamer te zien voor 25.000. Leuk mensen maar hebben jullie ook een goedkopere optie? Jahoor die is er ook, ander gebouw zit nog een hok maar er is water, een douche, een wc en een bed. Veel meer wensen we toch niet. TV en koelkast hebben we niets aan. Toegegeven, het bed is niet al te best maar dat ontdekken we pas later.

We laden uit en zetten alles in de kamer. Al snel lijkt het daar een zandberg.

We nemen een douche (toegegeven we zien er beide niet uit, volledig onder het rode zand) en gaan daarna op zoek naar eten. We eten uiteindelijk bij een ander hotel in het dorp, het heeft gewoon 2 hotels! Een bordje vis met rijst en saus. Een flinke portie! Daar waren we aan toe. Wel jammer dat ik 2 koppen heb die me aanstaren, ben ik niet zo'n fan van, maar het smaakt prima. Daarna doen we nog een biertje en dan vallen we uitgeput ons krakkemikkige bedje in.

0 reacties:

Post a Comment

 
Design by Wordpress Theme | Bloggerized by Free Blogger Templates | free samples without surveys