Van Wum, Kameroen naar Kumbo, Kameroen
Laten we beginnen met een samenvatting van de dag: Marianne 4 valpartijen (kan er 1 of 2 meer geweest zijn), Sander 1 valpartij, Sander mijn motor ergens een stukje gereden, ontelbaar. Sander hulp van een 4 locals om de motor een modderberg af te krijgen? 2 keer (een keer zijn motor en 1 keer mijne). Weten jullie alvast wat voor een dag wij gehad hebben.
Ons zee-bed met een pallet als lattenbodem sliep zoals te verwachten waardeloos. We zijn dus al weer vroeg op. Volgens de Michelin kaart hebben we het moeilijkste deel achter de rug (en dat was niet moeilijk of gevaarlijk) maar volgens de lonely planet is een stuk van 13 km tussen We en Nkambe onbegaanbaar. Gezien onze ervaringen op deel 1 van de ring road en onze ervaringen met de hotels aan de ring road hebben we ons doel van vandaag bijgesteld. We willen naar Kumbo, 180 km van hier.
We willen via Lake Nyos, dat ligt 46 km van Wum. We rijden over gravel naar We, geen vuiltje aan de lucht. Maar dan begint de dolle pret. De 13 km van de lonely planet ligt duidelijk tussen We en Lake Nyos. Modder en blub. Het eerste stuk wat we tegenkomen is berg af met een bocht. Sander gaat eerst, achterrem erbij en glijden maar. Je achterrem doet hier niet veel, je achterrem stil houden en dan nog schuif je vrolijk de berg af. Toch is dit nog lang zo lastig niet. Ook ik glibber zonder valpartijen de berg omlaag. Een stuk verderop wordt de modder dieper. Hier kun je met geen mogelijkheid je voeten op de stepjes houden. Sander peddelt zich een weg erdoorheen terwijl ik maar eventjes wacht. Aan de andere kant aangekomen parkeert Sander zijn motor en loopt terug door de blub om mijn motor te halen. Wat zal dit vandaag nog vaak gebeuren!
Er staat ook een vrachtwagen in de greppel geparkeerd, die is al van de weg afgegleden. Tenminste dat nemen we aan anders heeft meneer een erg beroerde parkeerplaats uitgezocht. Een stuk verderop staat nog een vrachtwagen, die kon er nu niet meer langs. We vragen de mannen maar eventjes hoelang deze elende doorgaat en de mannen zeggen 12 kilometer. Dat komt ongeveer overeen met de lonely planet.Weer een stuk verderop zijn ze bezig met 'road improvement' zo noemen ze het zelf maar veel beter wordt de weg er echt niet van. Sterker nog het is waardeloos die improvement. Het lijkt vlak te zijn maar het is een verschrikkelijke combinatie van hard en zacht. Als wij gepasseerd zijn kunnen ze weer opnieuw beginnen met 'improven'.
Het onwijs beroerde stuk gaat inderdaad ongeveer 13 km zo door. Het zijn niet 13 aaneengesloten kilometers, maar op iedere kilometer zit wel een stuk waar ik niet doorheen kom en dus Sander het moet doen. Of waar ik poog erdoorheen te ploeteren maar onderuit ga (en Sander het uiteindelijk dus alsnog mag doen).
Toch is het 'pas' 11 uur als we de afslag van Lake Nyos bereiken. En weet je wat daar ligt? Asfalt! Het hele stuk naar Lake Nyos (een kilometer of 2) ligt asfalt. Geweldig! We rijden berg op naar het meer. Daar zijn ze bezig met het versterken van de dam, daardoor kunnen we niet heel dicht bij het meer komen maar een militair neemt ons mee een stukje heuvel op zodat we over het meer uit kunnen kijken.
Lake Nyos is een kratermeer, een bruin kratermeer. Ooit zijn hier ruim 1700 doden gevallen door het gas wat er in omhoog komt. Daarom staan er nu installatjes in het meer om het gas gecontroleerd te laten ontsnappen. Ondanks het bruine water vinden we het toch wel een mooi gezicht.
We gaan natuurlijk ook meteen van deze stop gebruik maken door te vragen hoe de weg nu gaat zijn. De militair zegt dat inderdaad het stuk wat wij afgelegd hebben dramatisch is maar dat het nu beter wordt. Kumbo vandaag halen moet goed te doen zijn.
Met frisse moed beginnen we aan de volgende etappe. Eerst maar eens Nkambe zien te halen. De lonely planet is echter niet heel positief over de slaapgelegenheden daar, daarom willen we door naar Kumbo. Tot Nkambe is het ongeveer 80 km, we rijden over het asfalt terug naar de kruising en slaan rechts af. Meteen is het asfalt ook weer verleden tijd en beginnen we aan 80 lange kilometers. Meerdere road improvements komen we tegen, en geen van allen improven de road. Verder nog een aantal modder passages. Het is dan ook alweer ergens tussen 14 en 15 als we eindelijk in Nkambe aankomen. Het dorp is alweer voorbij voor we een fatsoenlijk hotel gezien hebben en met de grijze lucht boven ons hoofd besluiten we door te rijden. Volgens de lonely planet wordt de weg steeds beter naarmate we verder aan het eind van de ring road komen. Dus de volgende 60 kilometer kunnen nooit meer dan 3 uur inbeslag gaan nemen. Man zijn wij naief soms!
Een stuk voorbij Nkambe begint het te regenen. We stoppen om onze regenkleding aan te trekken en rijden door. Fout, fout en nog eens fout! De wegen worden spiegelglad! Prima gravel paden in de regen worden ijsbanen. Je ziet totaal geen verschil tussen plak modder waar je goed in kunt rijden, en glij modder waar je niet eens met goed fatsoen op kan lopen.
De regen duurt gelukkig niet lang, maar drogen doet de weg niet. We blijven dus ploeteren. Ergens onderweg is Sander er even klaar mee. Ik rijd weer ergens ongelofelijk te klooien in de modder en sta een beetje vast. Sander is echter al veel verderop en hij baalt dat hij weer moet keren. Hij keert om en zegt zo moet je erdoorheen. Hij geeft een dot gas en boem daar ligt Sander op de grond. Of tenminste, de motor ligt, Sander staat ernaast. Zo moet het dus ook niet, ik weet zelf uit mijn benarde situatie te rijden (zou toch wat zijn als we daar beide gelegen hadden) en samen zetten we zijn motor overeind. We gaan weer verder.
We komen bij een berg met rechts de oude weg omlaag en omhoog. Je ziet van verre al dat die helling totaal omgeploegd is. In de berm staat nog een auto die komt ook geen klap meer verder. Links ligt een nieuwe weg, die is alleen nog niet af en daarom niet open. Om te voorkomen dat mensen eroverheen gaan rijden staan midden op de brug overdwars een vrachtauto en een wals. No way dat wij die omgeploegde modderpoel door gaan komen. We gaan voor de blokkade. Wat mannen komen gelukkig helpen. Als we de koffers van de motor halen dan kan Sander net met de motor de stoep op komen over het stoepje langs de vrachtauto en dan aan de andere kant er weer af. Even met de koffers naar de andere kant lopen, ze weer ophangen en we kunnen verder!
Ondertussen is er ook een busje begonnen aan de modderploeg-baan. Hij komt tot halverwege en dan staat ook hij vast in de modder. Alle passagiers stappen uit en beginnen te lopen naar het volgende dorp als ze daar moeten zijn of modder te graven als ze nog verder moeten met het busje.Weer een stuk verder komen we bij de ultieme uitdaging. Er staan al zat toeschouwers klaar. Een auto is bezig met proberen de helling op te komen maar dat is een kansloze missie. Een stuk of 6 man glijden de berg af en beginnen de auto omhoog te duwen. Met vereende krachten komt de auto boven. Dan komt er een tweede auto de bocht omgevlogen. Meneer kent blijkbaar de weg hier zeer goed want hij komt met een vaart aanzetten van zo ik zal deze berg opkomen. Hij komt ook best ver, maar dan verliest ook zijn auto alle grip en gaat hij met vol gas enkel niet achteruit. De mannen glijden de berg weer af en duwen ook deze auto een stukje verder. Dan geven ze ons een teken kom maar met een motor. Sander stapt op, neemt niet eens de moeite om te starten. En met een stuk of 4 locals wordt hij de berg afgeholpen. De mannen remmen de motor af en recht. Eentje glijd onderweg uit en rolt zelf de berg af. Als de eerste motor beneden is gaat de hele stoet weer berg op en dan mag Sander ook de mijne de berg afschuiven.
Als ook die beneden is wil ik die mannen een snoepje aanbieden. Koek of zuurtje. Dat snappen ze alleen niet helemaal, ze nemen het snoep aan en lopen ermee de berg op. OK nu hebben wij dus niets meer, maar goed we zijn wel blij dat ze ons geholpen hebben.Er komt nog een klein brommertje de berg afgeglibbert en die vraag ik maar, meneer hoe lang gaat deze ellende nog door? Nee zegt meneer dit was het ergste het wordt nu beter. Ja die hebben we vandaag al vaker gehoord wanneer wordt het nu echt beter? Terwijl wij nog moed aan het verzamelen zijn om door te gaan komt er nog een busje de berg af, overdwars bijna de berg af gegleden.
We rijden door. Sander gaat weer ergens een berg op en zegt, deze is glad. Maar ja als hij alles moet doen komen we natuurlijk nergens. Ik besluit een poging te wagen. Ik hoor hem nog zeggen, oh je gaat hem rijden? Oh je bent er al bijna. Ja bijna.... en toen was het boem. Ik belande weer in een geul, daar wil je niet zitten maar die randen zijn spekglad dus je komt er niet uit. Ik kom stil te staan maar ook mijn voeten hebben geen grip, ik glijd een meter of 2 met motor en al staand achteruit en dan ligt de motor weer eens op de grond.
Een adere memorabele is een vlak stuk weg, spiegeltjes glad. Ik probeer, ik probeer en ik val. Stopt er een man met de auto vraagt hij ben je uitgegleden? Ja man wat denk je zelf?!
Nu is het niet dat ik overal ben gaan liggen, er zijn stukken die lastig waren en waar ik zelf doorheen ben gekomen. Er zaten stukken bij die totaal geen schoonheidsprijs verdienden (dwars op de helling, andere kant dwars op de helling, nog eens andere kant op maar we blijven staan en rijden!) maar dat doet er op een gegeven moment niet meer toe.
Met nog 10 kilometer tot Kumbo begint de duisternis te vallen. Het wordt een close-call! Vijf kilometer voor Kumbo begint het asfalt. We juichen te vroeg. Het asfalt duurt nog geen kilometer en daarna is het weer gravel. De laatste tijd is het gravel ook niet fijn meer. Gatenkaas met meer gat dan kaas. De gaten vallen niet te omzeilen, bovendien als je te scherp stuurt glij je uit over de modder dus dat gaat ook niet. Voor ons rijden 2 taxi's en die kruipen door de gaten. Wij moeten dus ook kruipend door de gaten heen. Je ziet van te voren ook niet hoe diep ze zijn want alle gaten staan vol met water. Met het dorp in zicht krijgen we nog een stuk spiegelglad wegdek. Ik sta midden op de weg totaal vast. Het interesseert ons ook niet meer, het is donker, we zijn meer dan moe en helemaal klaar met modder. Ik blijf staan en de rest rijdt maar om me heen. Dat doen ze ook dus ik kan rustig wachten tot Sander terugkomt om mijn motor het laatste stuk te rijden.
We komen aan in Kumbo en pakken het eerste hotel wat we zien (OK we keren wel om voor de deur van het tweede hotel wat we zien maar daar zien we zo 1,2,3 geen oprit). We nemen een kamer, zetten de spullen binnen en gaan opzoek naar eten. Ook dat is hier weer problematisch. Er schijnt een restaurant te zijn en na wat vragen worden we inderdaad afgeleverd bij een soort cafetaria. Een menu kaart hebben ze echter niet maar hij kan wel iets met ei en spaghetti maken. Klinkt goed. We bereiden ons voor op een bord met spaghetti slierten, tomatensaus en een hard gekookt ei, net als we in Guinee gegeten hebben. Of een bord spaghetti met een omelet zoals we in Accra gehad hebben. Maar meneer verrast ons we krijgen een grote pannenkoek, een omelet met daarin gebakken spaghetti slierten. Smaakt prima maar ook dit is uiteraard geen maaltijd. Buiten halen we dus bij een andere meneer nog maar even wat stokjes met koeienvlees. Daarna lopen we terug naar een bar. Dat is de bar van het tweede hotel en terwijl we er zitten te drinken zien we dat het bijbehorende hotel 24-uur garantie aan stroom heeft, gegarandeerd warm water, parkeerplaats en internet. Zitten we toch weer verkeerd! Terug bij ons hotel blijkt dat er ook nog eens geen stroom meer is zo kunnen we dus ook geen warme douche nemen, het licht doet het niet en de water-heater doet het zonder stroom uiteraard ook niet. We duiken dus maar vuil ons bedje in, en dat bedje dat ligt wel erg lekker!
2 reacties:
RESPECT !!!!
jullie hebben je weer prima vermaakt
Post a Comment