Friday, June 21, 2013

Een visum, kapotte koffer en huisjes in de lagune

Van Ouidah, Benin naar Porto Novo, Benin
We stappen ons bedje uit en willen brood gaan halen. Maar wat vinden wij in het restaurant tot onze grote verbazing? Onze motoren! Heeft iemand die gisteravond binnen gezet? En dat terwijl ze geen beste oprit hebben. Dat zal me een partij geduw en getrek geweest zijn. We halen brood en rijden de motoren weer naar buiten. Daarna moeten we even rustig ontbijten want het giet. We zijn al lang blij dat we niet aan het andere eind van het 4 km zand / modder pad zitten want dat is nu helemaal modder geworden. Als het zo goed als droog is vertrekken we. Eerste halte is Cotonou. Zal ons visum klaar zijn? En wat zal er over zijn van die dramatische weg nu het zo geregend heeft?

Bij Pahu starten we de camera, we rijden weer terug over het zand / modder spoor. Dat gaat vandaag best soepel. Dan opeens is er asfalt, wil je zeggen dat we er al zijn? Ik zet de camera uit maar moet hem dan weer snel starten. Geintje van de chinezen! Er ligt slechts een klein stukje asfalt. We duiken weer het zand op en dan volgt toch echt wel het slechtste stuk. Blub en blub. Meestal niet glad en ook niet diep. Tot ik een meneertje voor me bijna op zijn snufferd zie belanden. Tijd om te remmen dus en even rustig een ander spoor uitkiezen. Over het algemeen gaan we harder dan de brommertjes en halen we ze soepel in. Maar ja, die mensen op die brommertjes, die vervoeren van alles op een brommertje. We hebben al een keer een koeienhoofd gepasseerd, de voorpoten, een varken en vandaag een nieuwe in de collectie. Iemand heeft een tuinhek gekocht. Ongeveer een metertje of 3 lang. En dat wordt overdwars op het brommertje vervoerd. We zijn niet de enige die moeite hebben er voorbij te komen....

We arriveren in Cotonou en rijden rechtstreeks naar de ambassade. Daar krijgen we onze paspoorten inclusief visum voor Congo. Dat is best soepel gegaan! Snel de stad weer verlaten. Een stad waar mensen echt niet kunnen rijden. Lonely planet is het met ons eens: 'Spending a day in Cotonou is like being locked in car with a chain-smoking speed freak. The zemi-johns (brommers) swarm down the boulevards like kamikaze pilots, filling the air with fumes that only briefly clear at night, when te streets seem eerily quiet'. Garmin is het echter net iets minder met ons eens en stuurt ons dwars door de stad heen. Na een hoop gevloek, bijna aanrijdingen en afsnijdingen zijn we eindelijk de stad uit. We belanden op een tolweg. Brommertjes (en dus ook wij) hoeven niet te betalen voor tolwegen. De brommertjes zitten nu echter totaal rechts naast de weg op iets wat in Nederland gewoon een fietspad zou heten. Wij vonden dat wel een heel klein pad en zijn op de hoofdrijbaan gebleven. Nu moeten we dus aansluiten bij de tolpoorten. Nou dat kan in Benin toch echt niet hoor! We worden er tussenuit gepikt, jullie mogen hier niet rijden je moet op dat fietspad zijn. Prima man maar hoe kom ik daar dan? Nou meneer haalt een dranghek weg en wij kunnen door een doorgang van een kleine meter. Daarna rijdt je alsnog door een tolhek maar nu 1 die gesloten is. Sander let daar even niet goed op en ziet de bloembak een beetje laat. Gevolg?

We besluiten het fietspad maar fietspad te laten en blijven op de hoofdrijbaan. Wij kunnen veel harder dan de brommertjes en ook harder dan sommige autos die hier rijden (en niet boven de 70 lijken te kunnen komen).

Aangekomen in Porto Novo doen we eerst een poging om het dorp Aguegues te vinden, dat is een dorpje in de lagune met bamboehuisjes op palen. We belanden in een totaal gekkenhuis. De blanken, alias de lokale bank, zijn gearriveerd en we worden omsingeld. Iedereen wil onze gids zijn. Snel wegwezen hier en eerst maar door naar het hotel. We rijden naar Centre Songhai een complex, we gaan vanavond uitzoeken van wat precies. We checken in in het guesthouse, ontvangen een stuk wortelzeep, 2 handdoeken en een rol chinees wc-papier en de kamer sleutel. Eerst maar even lunchen dan.

Na de lunch regelen we een zemi-john die ons de weg wijst naar de parking voor de pirogue naar Aguegues. Zie je zaten we net toch echt niet goed want daar was geen parking! Ach wat zijn wij soms naief. Een parking is de plek waar je je motor laat staan, niet een parkeerplaats. In ons geval is het tussen een hoop zand en vrouwtjes die spullen verkopen. Precies op de plek waar wij eerder vandaag ook al waren. De meneer van de zemi-john is wel aardig en blijft bij ons terwijl we onderhandelen voor de gids. Volgens de lonely planet moet het 6000 per persoon kosten. De gids vraagt 45.000. Beetje veel meneer. Wij bieden 10.000 voor ons 2-en. Nou 35.000 dan. Nog altijd een beetje veel meneer. Uiteindelijk worden we het eens over 15.000. We lopen dwars door de markt waarbij je over de mandjes met vis heen moet stappen en stappen de pirogue in. Dan vertrekken we. Eerst met een stok voortgeduwd en daarna met een motortje varen we door de lagune.

We komen aan bij het dorpje en mogen daar het bootje uit om te wandelen door het dorpje. De kinderen staan al met uitgestoken handjes klaar om geld te vangen. Nee meneer wij hoeven niet te wandelen. We vinden het leuk zat langs het dorpje te varen. Laten we teruggaan. Niet eens een heel slechte keus want op de terugweg begint het te regenen.

Als we bijna bij de startplek zijn besluit meneer op een andere plek aan te leggen. Van waar wij vertrokken was het ook wel erg druk en dat lijkt nu nog voller te zijn geworden. Wij leggen aan op een rustige plek, aan de vuilnisbelt. Gewoon uit de boot stappen en over het afval loop je dan naar je motor. Stinkt hier behoorlijk, gelukkig glijden we niet uit...

We rijden terug naar het hotel en bekijken vast het menu van vanavond, de keuze is steak, vis of eend met rijst en erwtjes of met atieke. Wat het gaat worden weten we nog niet. Eerst maar even internetten. Dat is echter zo traag dat we de moed maar opgeven. Binnen een half uur hebben we de mail opgehaald en 1 pagina van faceboek kunnen openen. Gmail openen gaat niet, bankieren gaat niet. Als we klagen over de traagheid worden we recht uit uitgelachen. Nee een kabel hebben ze niet (we zitten op wifi) en dat terwijl er gewoon kabels op de grond liggen maar die mogen we dus niet gebruiken. Na een half uur geven we het internet op en gaan we maar een stukje lopen. Bij een mevrouwtje langs de weg kopen we weer een oliebol-achtig iets we hebben reuze honger en die broodjes stillen de ergste trek. Een ander restaurant kunnen we niet in de buurt vinden. Dan maar terug naar Centre Songhai. Als we daar het terrein oplopen zien we voor het restaurant ook vrouwen met potten staan. Wat heeft u? Kip met rijst en saus. Nou dat klinkt prima mevrouw doe ons maar 2 borden. Volgens mevrouw is het een tomaten saus, wij denken eerder een piment saus. Scherp maar lekker.

0 reacties:

Post a Comment

 
Design by Wordpress Theme | Bloggerized by Free Blogger Templates | free samples without surveys