Van Golbasi, Turkije naar Sultanhani, Turkije
Zaten we gisteravond lekker in de lobby te computeren, komen we buiten is het gaan gieten! Uiteraard hadden we onze handdoeken en kleren buiten aan de lijn hangen. We hadden nog geluk want ook al zijn de stoep kletsnat, staat er een plas op Sander zijn topkoffer, de kleren zijn nog redelijk droog, de bomen hebben het water tegengehouden.
Terwijl wij 's-ochtends aan het inpakken zijn is het zonnetje de tent aan het drogen. Dan zie ik de vrouw van het hotel lopen, eens vragen, gaan de campers weg vandaag? Nee zegt de vrouw. OK vraag ik en hoe moeten wij dan nu wegkomen? De campers hebben namelijk het krappe poortje naar de speeltuin geblokkeerd.
Als de motoren weer helemaal ingepakt zijn gaan we op weg. Eerst een stuk 2 baans en dan al snel binnendoor de kleinere wegen op. We zien overal ooievaars.
De lunch brengen we door op een parkeerterrein naast de tweebaans weg. Samen met een vrachtwagen en ontdekken we later een dode hond. Met een volle maag rijden we door, gelukkig mogen we al snel van de hoofdweg af en gaan we weer binnendoor verder.
We zien nog meer ooievaars en wat meertjes die langzaam bijna opgedroogd zijn. De mensen veranderen, soms komt het nogal aggressief op me over. Als Sander ergens een foto maakt stopt de auto naast me. Al snel wordt me duidelijk dat deze man erg vriendelijk is, volgens mij vraagt hij of alles goed is. Ik maak een gebaar van een foto en wijs. De man knikt, groet en rijdt door. In een dorpje wil Sander een foto van de moskee maken.
We komen ook langs akkers waar ze, met behulp van een automotor, water de grond uit pompen voor hun weiland.
Rond een uur of 15 komen we aan op onze bestemming. Sultanhani, daar is de grootste Kervansaray, een toevluchtsoord voor de vroegere handelsmannen met hun kamelen.
Ligt niet verkeerd, alleen jammer dat er geen matras bij zit. Daarna gaan we naar de camping er tegenover. We zetten ons tentje neer en gaan het dorpje eens verkennen. We lopen de grote ronde en verbazen ons over de tapijten die hier op straat liggen.
Vinden de mensen ze niet mooi? Liggen ze daarom op straat? We lopen verder en komen langs 2 meiden, achter hoor ik “money”. Dat zal ik toch wel fout gehoord hebben? We gaan verder en komen langs een paar jochies. Eentje loopt op me af en steekt zijn hand op, money? Ik kijk woedend en vertel hem dat het erg onbeschoft is dat te vragen, uiteraard verstaat hij me niet maar mijn blik zegt blijkbaar genoeg en snel maakt hij zich uit de voeten.
Aan het eind van onze wandeling komen we bij een tapijtenwinkel. Ze verkopen er ook bier. Wij gaan een biertje halen en raken aan de praat met de man en iemand die er ook zit. Vooral de tweede spreekt goed Engels en vertaalt voor ons. We worden uitgenodigd voor een thee, dat kun je natuurlijk niet afslaan. We nemen plaats op de stapel tapijten en horen dat die tapijten op straat test tapijten zijn, hoe stevig zijn de tapijten? Hoe slijt vast? Hoe kleur vast? Het blijkt dat in dit stadje heel veel tapijten gemaakt worden. De money vraag vinden ze onschuldig, het is gewoon het enige engels wat die ventjes kunnen. Ik houd maar mijn mond dat ik het erg onbeschoft vind en dat kinderen bij ons niet op vreemde aflopen en hun hand op gaan houden.
Als we onze thee op hebben nemen we afscheid en lopen we terug naar de camping. Onderweg komen we nog langs allerlei vlaggen, vermoedelijk van de regio's van Turkije?
De plek is wel grappig aangelegd, de mannen werken in het restaurant maar staan in een kleine kuil, daardoor lijken het net liliputters.
Met 2 volle magen gaan we terug naar de camping. Nu eens rustig de foto's van vandaag bekijken, de overige mail en ons verhaaltje tikken.
0 reacties:
Post a Comment