Van Katha, Turkije naar Tunceli, Turkije
Vandaag gaan we offroad rijden. Er zijn volgens de kaart 2 wegen naar Elazig en wij nemen geen van beide, we gaan niet links om en niet rechts om maar recht door het midden. Als we onze spullen hebben opgeladen nemen we afscheid van de New Yorker en vertrekken weer richting Nemrut Dagi. Alleen in plaats van het park in te gaan rijden we eromheen. Onderweg redden we nog even een schildpad, het dier zit midden op de weg dus stoppen we en zetten we hem in de berm.
We komen ook weer langs de oude brug waar we gisteren heen waren gegaan, dit is ook het punt waar we nu een andere kant op gaan. Tot Sicnic is de weg geasfalteerd, daarna moeten we een stuk van ongeveer 30 km offroad en dan zijn we weer op het asfalt. De meeste stukken offroad zijn prima te doen. Enkel iemand heeft soms zijn grindbak op een paar 100 meter leeggegooid, zeer irritant is dat!
Omdat we in de bergen zitten gaat het weer niet echt vlot, de haarspeldbochten volgen elkaar op. Dan komen we opeens dit speeltuintje tegen. Verder zien we niets...
Als we op de top van de berg zijn verandert de omgeving, we rijden nu door het bos heen.
Elazig blijkt een moderne grote stad te zijn, dat had ik niet verwacht hier midden in het land. Garmin laat ons de hele stad zien, opgelucht halen we adem als we aan de andere kant de stad weer mogen verlaten, het is weer lekker druk in de stad namelijk en de overige chauffeurs rijden weer als malloten.
We gaan door naar het noorden en gaan weer van de hoofdweg af. Nu nemen we een pontje naar Petrek.
Onderweg naar Hozat komen we 2 militaire voertuigen tegen, die zijn blijkbaar hier op oefening. In Hozat zien we de basis liggen, de militairen slaan hier af en wij rijden door. Tot onze verbazing gaat het asfalt door en door en door. Tot we nog maar 12 kilometer naar Tunceli moeten.
Dan laat Garmin ons afslaan een gravel weg op. Het lijkt erop dat als je omrijdt je via asfalt kunt gaan maar het busje achter ons zie ik, slaat ook af de gravel weg op. Die zal dan niet al te slecht zijn. Deze keer rijdt Sander voorop op het gravel, vooral omdat het maar een kort stukje is. We komen bij een bocht en dan zie ik Sander onderuit gaan. Wat is dit nu? Zoveel grind ligt hier niet, de bocht is niet scherp. Ik rijdt hem voorbij, parkeer de motor zodra het recht is en snel te hulp. De motor ligt bijna op zijn kop en Sander is richting de helling gegleden. Als Sander weer overeind staat loop ik eerst de bocht door, het busje moet er nu ook bijna zijn en hij ziet de motor natuurlijk niet liggen. Ik zie het busje naderen en omdat ik op de weg loopt gaat hij netjes naar buiten toe, dan ziet de chauffeur de motor liggen. Het busje stopt en de deur gaat open. Vier mannen springen het busje uit en samen zetten ze de motor overeind. We moeten ze een paar keer verzekeren dat alles OK is, we zetten Sander zijn motor ook aan de kant en nemen even een pauze. We zwaaien en het busje gaat verder. Tijd om de schade op te nemen. Sander zijn voet doet zeer en hij zal wat blauwe plekken hebben. Zijn pak heeft wat schaafplekken en hij zit onder het stof. Nu de motor eens bekijken. De koffer.... ach weer een koffer stuk, de deksel kiert weer een halve centimeter met de koffer. De achterkant ziet er wel nog goed uit dus misschien valt dit wel weer recht te timmeren. Verder zien we dat zijn knipperlicht is afgebroken en het oranje plastic is kapot. Ik verzamel het oranje plastic zodat we een lijm poging kunnen doen en we ducktapen het knipperlicht weer aan de motor. Verder is het ruitje ingeklapt, heeft de valbeugel een deuk en is verbogen en zijn er wat krassen op de motor. Al met al voor de snelheid waarmee we reden is het een flinke schade post aan de motor.
We rijden voorzichtig door naar Tunceli, omdat de valbeugel verbogen is kan Sander niet meer lekker bij zijn achterrem, dat moeten we dus wel weer terug gaan buigen. In Tunceli kunnen we geen camping vinden. We vinden een 4 sterren hotel maar dat is ver boven ons budget. De overige hotels zijn midden in drukke straatjes. We besluiten eerst te eten en een plan te bedenken. Terwijl wij in de doner tent zitten trekken onze motoren de nodige bekijks, en niet iedereen kan met zijn vingers van de motor afblijven. We kunnen dus niet echt rustig zitten eten. Snel eten we onze borden leeg en besluiten we Tunceli te verlaten. We zien wel waar we slapen.
We rijden door en zien al snel buiten de stad een soort parkeerplaats aan de rivier. We rijden omlaag en ik vraag aan de mannen bij het huisje of we hier kunnen kamperen. Geen probleem zeggen de mannen ga je gang. Snel zetten we onze tent neer en richten die in. Morgen ochtend moeten we even kijken met wat we gaan ontbijten want brood hebben we niet gehaald en ons water is ook ver op. Waarschijnlijk wordt het dus eerst inpakken en dan of met havermout ontbijten of eerst een stukje rijden en ontbijt kopen.
0 reacties:
Post a Comment